“We nemen niet alles over – we helpen iemand zélf weer verder”

Dat begint al bij het eerste gesprek. “We nemen rustig de tijd om te bespreken wat er nodig is, welke (digitale) hulpmiddelen beschikbaar zijn en wat iemand zelf of iemand uit het netwerk kan oppakken. Bijvoorbeeld: kun je met een eenvoudige douchebeugel weer veilig zelf douchen? Of kan een familielid helpen met het aantrekken van steunkousen?”

Meer vrijheid en minder wachten
Zelf dingen blijven doen geeft niet alleen een goed gevoel, het maakt het leven ook praktischer. “Je hoeft dan niet te wachten totdat de thuiszorg komt om bijvoorbeeld te douchen. En hebt meer vrijheid om leuke dingen te blijven doen, zoals naar de kapper gaan of een rondje te gaan wandelen. Dat maakt het verschil,” zegt Cathleen.

Voor naasten: jullie zijn belangrijk
Ook voor naasten verandert er iets. “We nemen familie en mantelzorgers vanaf het begin mee,” legt Cathleen uit. “We spreken verwachtingen naar elkaar uit en kijken samen wat haalbaar is. Vaak zien we dat mensen om iemand heen juist blij zijn als ze actief betrokken worden en samen aan oplossingen kunnen werken.”

Samenwerking maakt sterker
Wat ook heel goed werkt is de nauwere samenwerking met ergotherapeuten. “Zij hebben veel kennis van hulpmiddelen en slimme oplossingen, en kijken net even anders naar een situatie dan wij als verpleegkundigen. We versterken elkaar en zo zorgen we dat we cliënten zo goed mogelijk helpen.”

En het werkt!
Cathleen is trots op de resultaten: “We hebben al veel mensen geholpen om weer zelfstandiger te worden. We merken dat deze manier van werken steeds meer bekend is en gewaardeerd wordt. Dat geeft energie om er mee door te gaan.”